Aandrijftechniek
Bij hydraulische liften word de lift aangedreven door een pomp welke hydraulische olie in een telescopische cilinder pompt of weg laat lopen waardoor de lift zich respectievelijk omhoog of omlaag beweegt.
Bij oudere hydraulische installaties werd de pomp direct met relais aan de netvoeding gekoppeld. Om eventueel de aanloopstroom te beperken liet men de motor in driehoek aanlopen en werd de motor daarna in ster geschakeld.
Later en nog steeds worden er soft starters toegepast welke als bij een licht dimmer door middel van fasen aansnijding de spanning langzaam verhogen.
De snelheid van deze liften word geregeld door middel van een stuurblok met kleppen. Klep volledig open is hoge snelheid. Klep half open is halve snelheid. Aangezien de pomp in opwaartse richting altijd de volle pompsnelheid heeft zal het stuurblok in opwaartse richting wanneer de lift zich opwaarts moet bewegen bij lagere snelheden een deel van de olie door laten naar de cilinder en de niet benodigde olie terug laten stromen naar de olie tank. Hierdoor ontstaat veel warmte. De olie zal dus bij veelvuldig gebruik warm worden wat tot gevolg heeft dat de olie dunner word en ventielen sneller zullen openen of sluiten. Dit kan dan weer tot gevolg hebben dat de lift ongelijk gaat stoppen en harder of zachter gaat aanlopen en/of afremmen.
Bij renovatie passen wij tegenwoordig soft starters met geregelde stuurblokken of frequentie regelingen met geregelde stuurblokken toe.
Het voordeel van soft starters met geregelde stuurblokken is dat het rij gedrag van de lift niet meer word beïnvloed door de temperatuur van de olie. De olie zal echter nog wel warm worden bij veelvuldig gebruik van de lift.
Het voordeel van frequentie regelingen met geregelde stuurblokken is dat de motor de snelheid van de lift bepaald in combinatie met het stuurblok. De motor draait zowel in opwaartse als neerwaartse richting. Er word geen olie terug gepompt naar de olietank wanneer de lift in opwaartse richting op lage snelheid loopt. Er is dus veel minder opwarming van de olie bij veelvuldig gebruik van de lift. Een ander voordeel is dat de pomp minder geluid produceert.
Bij tractie liften word de lift aangedreven door een liftmotor welke al dan niet gekoppeld is aan een reductiekast (machine deel) welk dan weer een tractieschijf aandrijft waarover de draagkabels van de lift lopen.
Bij motoren zonder reductiekast spreken we van gearless motoren of permanent magneet motoren. De tractieschijf zit dan direct op de motoras.
Bij oude liften was er maar 1 snelheid. (Rijden en stoppen als de lift op de juiste verdieping is aangekomen). Deze liften hadden dan een vrij lage snelheid en de stop nauwkeurigheid was niet echt om over naar huis te schrijven. Bij deze liften was de stopnauwkeurigheid sterk afhankelijk van de rem welke behoorlijk aan slijtage onderhevig was.
Later kwam daar een enorme verbetering in. Een motor met 2 snelheden.
De lift rijd dan op hoge snelheid naar de verdieping en remt een stukje voor de verdieping af naar een lagere inrijsnelheid om vervolgens gelijk met de etage te stoppen. De stopnauwkeurigheid werd met deze techniek een stuk verbeterd maar was nog steeds afhankelijk van de rem.
Later kwamen er regelingen. In het begin waren dit regelingen welke gebruik maken van fasen aansnijding zoals bij licht dimmers. De snelheid van de lift werd geleidelijk geregeld naar hoge snelheid en een stukje voor de verdieping terug geregeld naar de inrijsnelheid en bij de verdieping terug geregeld tot stilstand. Pas wanneer de lift stil staat valt de rem welke nu als houd rem functioneert. Het voordeel van dit systeem is een betere stop nauwkeurigheid en minder slijtage van de rem.
Bovengenoemde regelingen werkte in het begin zonder terugkoppeling (open loop). Later werd er een dynamo toegepast (closed loop) welke een spanning afgeeft afhankelijk van de snelheid van de lift motor. Hoe sneller de motor draait hoe hoger deze spanning. Hiermee kon dan de regeling de snelheid aanpassen wanneer de motor door verschillende belastingen te snel of te langzaam liep. Het voordeel van een terugkoppeling van de motor is dat de lift ondanks verschillende belastingen toch het zelfde blijft lopen.
De technieken veranderen en tegenwoordig worden er frequentie regelingen toegepast en voor de terugkoppeling van de motorsnelheid worden er impulsgevers gebruikt welke een aantal impulsen geven per omwenteling van de motor. Het voordeel van deze techniek is een beter regel gedrag en betere onafhankelijkheid van de belasting van de lift.
Tevens is er bij frequentie regelingen minder warmteontwikkeling in de motor.